De Badlands, de Great Plains, Omaha en op weg naar het zuiden

Gepubliceerd op 10 maart 2023 om 11:47

Gisteravond verhuisden we nog halsoverkop naar een andere kamer, want Louise vond een bedwants (we think) in ons bed. We kregen van de eigenaar meteen de grootste kamer, met excuses. Zo maak je nog eens wat mee. We ontbeten vanmorgen op de kamer, luisterden een preek, ruimden alle spullen weer op in koffers en tassen en laadden onszelf weer in. Met drie kwartier over de uitgestrekte prairievlaktes reden we Badlands National Park binnen. De eerste rotspartijen, nog bescheiden in het hoge gras en in de glooiende heuvels, dienden zich aan en wij passeerden ze over een ruig en breed grindpad, waarop we grote stofwolken veroorzaakten. Regelmatig zagen we langs de weg groepen hertjes, die sierlijk wegsprongen zodra wij langsreden. Als je uitkijkt over dit geheel, besef je opeens hoe eindeloos groot de wereld is. Hoeveel uur hebben we de afgelopen dagen al niet gereden in hetzelfde land? Is het land wat aan mijn voeten ligt hetzelfde land waarin men losgaat in Las Vegas, waarin de Grand Canyon de aarde in tweeën splijt, waarin de wereld niets anders dan rood lijkt in Monument Valley? Is dit dezelfde aardbol waarop ik, duizenden kilometers verderop, een eigen leven leidt? Het gaat niet om ons, om jou of mij. Het gaat om de Schepper die dit allemaal bedacht heeft. Wij mogen Hem daarvoor eren, en dat is een eer.

De Badlands zijn relatief onbekend als nationaal park en dat vinden we onbegrijpelijk. Het is afgelegen, hier in South Dakota, en minder convenient dan de Grand Canyon en Zion - die pareltjes liggen immers allemaal in eenzelfde hoekje, hier is verder zo weinig - maar het is zo ontzettend prachtig en absoluut een bezoek waard. Ik had het niet willen missen. Het leuke is dat je over een kronkelweggetje dwars langs en tussen de rotspartijen door rijdt, waardoor je de structuur en kleuren van heel dichtbij kunt zijn. Daarnaast zie je regelmatig dieren langs de weg. Bizons hebben we helaas niet gezien, en ratelslangen (gelukkig) ook niet, maar wel herten, bokjes en konijntjes. Via een paar gehuchten (Interior, population 94) met barns, houten huizen en kleine ranches kwamen we weer terecht op Interstate 90. Daar vervolgden we onze weg naar het oosten. In het prairiegras langs de weg zag ik opeens een hele groep hertjes, haast verborgen tussen de gele sprieten. Ze stonden of renden niet, maar keken ons zittend na.

Dwars over de Great Plains. Mijlen aan vlaktes, prairie, nog meer prairie, alles geel, bruin en groen. Leeg, uitgestrekt, eindeloos. Het leven op deze Plains is waar ik mijn bachelorscriptie over geschreven heb (O Pioneers! - Willa Cather en Little House on the Prairie - Laura Ingalls Wilder). Ik wilde hier heel graag naartoe, al zal een ander het waarschijnlijk maar saai vinden. Er is inderdaad niets, en dat is wat mij betreft juist de charme en de rijkdom. Wij mensen zijn steeds vaker bang voor verveling, voor het idee van niets. Mensen die niet in hemel of hel geloven, zijn bang voor de dood, want na de dood is er niets. Leegte is iets om te vrezen. Maar dit land is niet bang om leeg te zijn, om niets te hebben. In die leegte biedt ze namelijk iets heel belangrijks: de ruimte om in te zien hoe immens groot de aarde is, en het besef dat het niet om mij, om ons draait. Dit besef maakt je nederig, dankbaar voor je bestaan en voor alles wat je krijgt.

We zijn aangekomen in het bitterkoude Mitchell, een klein stadje in South Dakota. Onze Motel-6 is lekker ondergesneeuwd, maar op de kamer is het behaaglijk met een snorrende verwarming. In Mitchell staat het zogenaamde World’s Only Corn Palace; een groot gebouw met muurkunst gemaakt van maïskolven. Dat wilde ik heel graag zien, dus we sjouwden enkele minuten door de snijdende kou over de brede, uitgestorven straten van Mitchell. We zagen allerlei leuke details, doorkijkjes en scènes. We aten bij Perkins, de gezellig familierestaurant aan de weg. Zalm, salade, burger, boontjes en natuurlijk corn!

De wereld was het eerste deel van onze etappe vandaag spierwit en door en door koud. Na een uur reden we de grens met Nebraska over en heel langzaam begonnen de glooiende farmlands onder de sneeuw vandaan te komen. Ergens liep een bosje fazanten over de weg, weer ergens anders stonden pikzwarte koeien genoeglijk te grazen in het geelbruine gras. In het stadje Norfolk aten we een Subway-broodje, maar verder hebben we alleen maar dopjes van maximaal vijf straten groot gezien. Dit veranderde toen we in de buurt van Omaha kwamen. Weer terug in de bewoondere wereld!

Omaha, het midden van het Ticket-to-Ride-bord. Al is er in de stad niet heel veel te beleven, er zijn enkele plekjes die je bezoek (wat mij betreft) echt waard zijn. De Old Market bijvoorbeeld, met de prachtige met planten gevulde passageway. Of Emporium, de meest intense curiositeitenwinkel die je ooit hebt gezien; tot de nok toe gevuld met antiek, verzamelitems (afdeling Coca-Cola, M&M’s, Marvel), de schattigste kleine prullaria. Een droom wanneer je van allerlei rotzooi op een kluisje houdt, zoals ik. Of de leuke eigentijdse boekhandel, met veel twijfelachtige literatuur (Dance like Jesus, including Tutorials) interessante boekjes (How to Talk to Your Cat About Gun Safety) en gekke hebbedingen (theefilters in de vorm van kippen, walvissen en lama’s). Na weer heerlijk te hebben gegeten bij ons geliefde Denny’s vertrokken we weer naar onze slaapplek, wederom een Super 8. Deze is wat shady, maar dat geeft niet. We slapen gelukkig niet in de buurt van de man die de receptionist voor onze ogen uitschold voor ‘asshole who needs to get his shit together.’ 😅

Louises twee weken Amerika zitten er helaas alweer op. Vanmorgen zetten we haar af op het vliegveld van Omaha. Vanaf hier vliegt ze terug naar Seattle, en vanaf daar naar huis. We missen haar nu al! ♥️

De eerste stop, na het doorkruisen van verdere farmlands en prairies en de grens met Kansas, was Topeka. Geen grote stad, maar wel leuk en bijzonder om twee redenen: het Capitool van Kansas en de Monroe School, oftewel de Brown v. Board of Education Historical Site, de beslissing die korte metten maakte met ‘separate but equal’. Zwarte en witte kinderen moesten naar dezelfde school kunnen en segregatie was na deze beslissing unconstitutional. Naast de school, waar nog steeds les wordt gegeven, vind je een kleurrijke inspirational wall. Toen volgden nog twee uren over de prairies van Kansas, langs uitgestorven dorpen en glooiende vlaktes.

Goedenavond vanuit een enigszins shady outskirt buurtje in Wichita, Kansas, waar men niet veel toeristen ziet. Zelfs de receptionist van dit motel vroeg wat we hier kwamen doen. Verder zagen we bij de Denny’s, waar we smachtend op onze chicken fried chicken zaten te wachten, een muis over de vloer rennen en achter een boothbankje verdwijnen. Gezellig! Maar we trekken elke dag een stukje verder, dus het is maar voor één nachtje en een halve avond.

We vertrokken vanmorgen om 10:00 uit Wichita - dit gebied is overigens extreem gevoelig voor tornado’s, dus ik was er niet heel rouwig om. Na een rit van 2,5 uur kwamen we begin deze middag aan in Oklahoma City, na het voltanken van de auto voor een spotgoedkope prijs en het oversteken van de grens van Kansas naar Oklahoma. OKC heeft geen bizar groot centrum of zieke skyline, maar wel het gezellige Bricktown: het industrieel hippe centrum van het centrum, met een boven- en onderpromenade langs een hoogstaand watertje. Er pal naast vindt je het baseballstadion van de stad. We zagen een lief eekhoorntje met pluizige oranje staart in een van de kale bomen, bizons op de midgetgolfbaan, western wall art (echt heel leuk!) en een machtig wapperende Amerikaanse vlag tegen de strakblauwe lucht. We genoten van een overheerlijke lunch bij de plaatselijke IHOP: stacks of pancakes, Roel met blueberries en ik met boter en maple syrup 😋 Aanrader! Je kunt er meer eten dan pancakes, al zijn die wel echt zalig 😍 Maar het leukste was dat we hier zonder jas konden rondlopen en dat de zon warm in ons gezicht scheen terwijl we over de brede trottoirs wandelden. Het ruikt hier naar zomer in januari!

Elk City, een klein stadje in Oklahoma, niet ver bij Texas vandaan. Hier kwamen we eind van de middag aan bij een Motel 6. Er is weer een wasje gedraaid; echt zo’n uitkomst, ik hoef nooit meer een ruimbagagekoffer mee. Ons uitje van de middag was een Walmart Supercenter. Er moest een nieuw brood komen en een gallon water, maar het is altijd leuk en interessant om er rond te kijken. Je hebt er naast eten en drinken ook tuinstoelen, speelgoed, kleding, tv’s groter dan mijn auto, en ‘natuurlijk’ wapens. We haalden een large pizza bij Domino’s en deelden die onder het genot van onze serie en een bekertje melk/water. We vulden de maaltijd aan met een appeltje, vers van de Walmart. Overigens is onze oorspronkelijke itinerary (door Albuquerque en Phoenix) wat aangepast. De crime rate in deze steden is wat hoger dan we (of vooral ik) dachten, als in: wijken die bestempeld worden als War Zone, erg veel autodiefstal en assaults, en kogelgaten in de muur van een motel waar we zouden slapen (volgens een recensie). Gelukkig hebben we een hele leuke, zo niet mooiere, alternatieve route kunnen uitstippelen!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.