Week 2: Vancouver Island, Sea to Sky, Whistler, Kamloops, Clearwater

Gepubliceerd op 7 augustus 2023 om 15:51

08-07-2023

Vanmorgen sliepen we lekker uit in de knusse bedjes en onder de verenzachte lakens in de Airbnb in E 56 Ave. Eén voor een druppelde iedereen het kleine maar fijne woongedeelte met keuken in, waar ik ondertussen een pan vol scrambled eggs op het vuur had staan.

Halverwege de ochtend reden we met de Dodge naar Downtown Vancouver. We parkeerden de auto in een enorme parkeergarage middenin het havengebied, maar stapten na het nemen van de lift tussen de wolkenkrabbers naar buiten. Op pad in een zonnige wereldstad.

Canada Place lag op een steenworp afstand, met twee aangemeerde cruiseschepen. Dat alleen al is een attractie op zich: de immensiteit, de hoeveelheid, de onwerkelijke grootte. Al die hutten met balkonnetjes, de enorme reddingsboten, het inladen van de mensen en hun bagage, de schoonmakers die we in de kamertjes aan het werk zagen, de luxe dinerzalen die zo schitterden dat ze buiten nog te onderscheiden waren. Canada Place zelf, wat fungeert als de aanlegsteiger, is gebouwd in de vorm van een schip en eindigt op het verste stuk dus ook in een punt, alsof je op een boot in het water staat.

Aan de Seawall bezochten we een verrukkelijke souvenirwinkel met allerlei mooie pareltjes. Ook in het centrum gingen we meerdere uitnodigende winkeltjes binnen, waar we kaarten, magneten, stickers en andere herinneringen aan deze stad. Één van de winkeltjes stond helemaal in het thema van Mounties en daarmee de politie; de muren hingen vol met emblemen van verschillende politiemachten van over de hele wereld.

Maurits leidde ons naar een geweldig stadsjuweeltje: Alley Oop. Deze steeg is roze, geel en oranje geschilderd met lijnen en patronen als die van een basketbalveld. De perfecte plek voor wat city vibes op de foto.

Middenin de stad staat een hoge toren met rondvormige kroon: de Vancouver Lookout. Met een snelle, glazen lift reisden we omhoog naar het observatieplatform, oog in oog met de skyline van de stoep tot de hemel. En vanuit hier zagen we de stad, de haven, de schepen, de opstijgende watervliegtuigen en helikopters, de ijshockeyarena en de parken. De wereld is mooi, van dichtbij en van bovenaf.

Eenmaal weer beneden liepen we, na wat chocola te hebben ingekocht bij Dollarama, zo Gastown in. De victoriaanse huizen hebben zwarte industriële brandtrappen en hun bakstenen zijn rood, terra en donkerbruin. Het is er trendy en hip, het heeft iets weg van het oude New York. Ergens op de hoek staat de Steam Clock, die elk kwartier stoom blaast en stoom afblazend riedeltjes speelt.

Bij Little Mountain shopten wij (dames) een paar prachtige jurkjes. De jongens zaten buiten op een bankje te genieten van de gezellige drukte op straat.

Slenterend door de warme stadse zomerstraten, waar vanaf de terrassen de geur van vis en vlees op burgers en brood je tegemoet komt dansen en alles stilstaat in de windloze hitte, kwamen we van alles tegen. Een zwaardvechtschool waar juist een cursus bijlwerpen werd gegeven, een hondenkapper in een prachtig ingericht rustiek slash minimalistisch pand waar pas gekapte viervoeters over de zandkleurige betonnen vloer rolden om de jeuk kwijt te raken, ‘reading is better than therapy’-tasjes; op elke hoek is er weer iets nieuws te zien en het blijft altijd een verrassing wat dat dan precies is.

Op onze terugweg naar huis werden we, net als op de heenweg, geconfronteerd met de enorme hoeveelheid mensen die op straat leeft. Op de hoek van de straat zitten mensen zichtbaar te spuiten, sommigen staan stoned langs de weg, als een standbeeld. Het breekt je hart en de lege, holle ogen die zo graag gevuld willen worden, staan op je netvlies gebrand. We kennen geen van deze levens, maar iedereen heeft behoefte aan iets om ‘s morgens voor op te staan en dat missen deze mensen. Het is vreselijk schrijnend en het doet je beseffen hoe bizar goed je het eigenlijk hebt. Wij hebben echt letterlijk alles. Wat wij aan spullen bij ons hebben op een dagje naar de stad - zo min mogelijk want je wilt geen zware tassen sjouwen - is al meer dan wat zij in totaal bezitten. En dat in een grote stad in een rijk land.

Lisanne kookte vanavond in het huisje en zo zaten we tegen zevenen in onze koele basement aan een bordje ravioli. Het smaakte ons best! 😄

Mama, Lisanne en ik reden nog even naar de Value Village hier vier minuten vandaan voor een thrifting session. Ik vind het heerlijk om door alle spulletjes heen te gaan en te zien wat er allemaal bij elkaar komt: zoveel momentopnames of gewoontes uit duizenden verschillende levens. Ergens op een plank stond een verzameling oude geschiedenisboeken over de Eerste Wereldoorlog, gebonden in een bordeauxrode kaft. Als je je neus erin steekt, ruik je gewoon waar zo’n boek gestaan heeft: in de rokerige studeerkamer van een professor of docent of geschiedenisfanaat die tijdens zijn bezigheden dikke sigaren rookte, zittend in zijn leren clubstoel of aan zijn mahoniehouten bureau met dito kasten aan de wand, tot de nok toe gevuld met mooie, leren kaften vol verhalen en feiten.

We reden weer naar huis, twee kledingstukken rijker, en parkeerden de Dodge in de ruime, licht hellende straat. Ik liep zo langzaam mogelijk over de brede stoep, aan beide kanten omlijst door frisgroen gras, richting het huis om zo lang mogelijk te genieten van de heerlijke, koele lucht om mij heen terwijl ik door deze prachtige Canadese woonwijk paradeerde. Ik wilde dit moment zo lang mogelijk rekken, want het zijn deze momenten waarop ik mij vrij voel als nooit tevoren. Vrij om te ademen, want ik ben gezond. Vrij om te reizen, want ik ben rijk op zoveel manieren. Vrij om lief te hebben, want ik mag leven en mag dat doen in een stabiel land waar geen oorlog is. Vrij om te genieten en gelukkig te zijn, want elke dag is een cadeau, net als elke zonnestraal. Ik krijg het, het heet genade, en ik zal alleen maar dankbaar zijn.

 

09-07-2023

Vanmorgen woonden we een kerkdienst bij in West Vancouver. De voorganger sprak over leven met Jezus en Zijn Geest. Hij vertelde over de keer dat hij werd gevraagd voor jongen te bidden die zojuist zijn been had gebroken bij een val. Hij bad, maar er gebeurde niets.

De jongen werd naar een rustig kamertje gedragen om te wachten op de ambulance. Maar vijf minuten later rende hij opens naar buiten, alsof er niets was gebeurd. En de voorganger bekende het volgende: hij dacht niet 'Hallelujah!' maar: ‘Oh, dan was het vast niet gebroken.’

Het is goed om soms kritisch te zijn. Maar wonderen gebeuren, want God is groot. Verlies in je onzekerheid en twijfels niet Zijn macht wit het oog.

Na de dienst parkeerden we de auto in een ruime straat middenin een groene, heuvelachtige woonwijk. Een houten poort waar grote potten vol rode en oranje bloemen aan hingen, gaf aan dat we Weston Park betraden. Het kleine, steile parkje bood uitzicht op Burrard Inlet, het water onder West Vancouver. We liepen een eindje over de Seawalk terwijl we uitwaaiden in de zoute zeewind.

In twintig minuten reden we daarna over de steile, rechte wegen naar Lynn Canyon. Dit prachtige natuurgebied boven North Vancouver biedt wandelpaden en hangbruggen over bruisende watervallen en smalle blauwgroene waterpoeltjes en stroompjes. We staken de Lynn Canyon Suspension Bridge over, liepen een eindje door het goudgroene bos met bemoste takken, sprookjesachtige bomen en kronkelend aangelegde paden. Met het passeren van de Twin Falls, twee kleine watervallen die hun origine hebben in een schitterend waterpoeltje dat half in een grot verborgen ligt en een heldergroene kleur bezit, begon onze klim terug naar boven.

De middag was voor uitrusten, eten en slapen. Zo waren we om vijf uur weer fit voor de tweede kerkdienst, in een presbyteriaanse kerk hier in de buurt. De preek was razend interessant en de kerk zat vol, dus de hymnes klonken vol en rond, als een stevig opgepompte gladde korfbal waarmee je steeds raak schiet.

Het was weer een warme dag en morgen gaan we veel doen, dus vanavond doen we weer rustig aan in het huisje. We eten wat snackjes, kijken films met elkaar en kletsen, en straks gaan we een beetje op tijd slapen.

 

10-07-2023

De wekker ging vroeg maar met een doel om voor op te staan: ontbijten bij de IHOP. We zaten aan een rijkelijk gedekte tafel vol pancakes, fruit, ei, worstjes en wafels. Alles overgoten met maple syrup en een hele hoop geluk en dankbaarheid.

Na het ontbijt reden we met de auto naar net noorden van Vancouver Downtown. Daar huurden we zeven fietsen om het bekende en weidse Stanley Park te verkennen. Stanley Park is een enorm stadspark dat als parapluutje boven Vancouver ligt. Het heeft grote speeltuinen, eindeloze slingerpaadjes, tuinen vol rozen en rododendrons en fietspaden langs het water: eerst langs de skyline, langs de Lions Gate Bridge (een groene Golden Gate), dan langs de oevers van Vancouver Harbor, Burrard Inlet en de English Bay. De koele, zoute wind danst om je heen terwijl je langs de gladde grijze rotswanden racet. Ergens op een houten bankje onder de bomen zat een oud vrouwtje puzzels te maken in een puzzelboekje. Vrolijke hondjes liepen parmantig naast hun baasjes over de wandelpaden langs de kabbelende golven. Fiets je niet langs het water, dan fiets je door de frisse bossen en in regenbogen aan bloemen, groot en klein.

Na onze fietstocht van zo’n tweeënhalf uur reden we naar Granville Island. Dit schiereilandje onder Downtown is een kleurrijke en creatieve hub vol marktkraampjes, voedselspeciaalzaakjes en handgemaakte spulletjes en souvenirs. In de Public Market bewonderden we alle verse groenten en fruit, fleurig en kunstig opgestapeld en uitgestald; vitrines vol artistieke gebakjes en taartjes, zakken vol noten en potten vol ambachtelijk snoep. Bij Lee’s Donuts kochten we een doos met 12 exemplaren, die we oppeuzelden op een van de gezellige pleintjes.

Granville Island is een samenvatting van alles wat hip en trendy (en liberaal is). Het is levendig, modern, artistiek en vooral heel kleurrijk.

Nu restte ons nog een kort programma in Vancouver Downtown. We bekeken het Waterfront Station met haar schitterende oudroze plafonds en zijpanelen vol schilderijen. Op het dakterras van de Public Library genoten we van de zon terwijl we in gemakkelijke stoeltjes zaten, tussen de toppen van de omringende wolkenkrabbers in. Er werden nog wat gebakjes gekocht bij Breka Bakery, een hippe bakkerij met de mooiste eetbare creaties (en 24/7 open). We wandelden over de levendige straten en avenues, werden soms getrakteerd op een doorkijkje op het water van de haven waar juist een watervliegtuig landde.

Aan het eind van de middag was iedereen moe van alle indrukken. We hebben vanavond alle restjes opgegeten in het huisje, foto’s uitgezocht en koffers ingepakt. Morgen trekken we namelijk weer verder!

 

11-07-2023

Al om 6:00 stonden we vanmorgen koffers in te pakken, de laatste was te strijken, oplaadsnoertjes bij elkaar te zoeken en warme truien klaar te leggen. Keurig volgens schema reden we drie kwartier later weg uit de rustige, ochtendfrisse woonwijk voor een rit van een halfuur naar de haven. De suburbs veranderden in industrieel terrein, waar goederentreinen van mijlen lang op de sporen stonden gestald.

Om 7:30 reden we de BC Ferry veerboot binnen. Deze bracht ons in anderhalf uur over de Straat van Georgia, over massa’s diepblauw water, naar de overkant: Vancouver Island. Papa en ik stonden op het dek in de ijzige wind te kijken hoe de groene kust langzaam in zicht kwam, met houten huizen op de kant en smalle strandjes op de oevers.

Eenmaal aan land was onze eerste stop Victoria, de victoriaans ademende hoofdstad van British Columbia. In dit schitterende stadje vol bloemen in alle mogelijke kleuren op een schilderspalet wandelden we langs de kleine haven vol zeilschepen en luxueuze hotels zoals het Fairmont Empress met haar bebloemde oprijlanen en Hotel Grand Pacific. Als kroon op dit alles staat daar ook nog het Legislative Assembly van British Columbia temidden van een groot groen grasperk met stokrozen als omlijsting. Dit parlementsgebouw is gratis te bezoeken en dat raden we zeker aan. De vriendelijke bewakers zagen in mama ons zusje, ‘Dad with all his daughters’.

Het parlement is een onwaarschijnlijk mooie attractie. Grootse hallen, zalen en koepels met muurschilderingen en gebrandschilderde ramen. Zij dragen verschillende boodschappen uit: zo staan er in de vier hoeken van de koepelhal vier van Canada’s grootste inkomstenbronnen afgebeeld - een boer, een visser, enzovoort. Eén van de enorme gebrandschilderde ramen is gemaakt ter ere van het 50-jarig regeringsjubileum van koningin Elizabeth. In de ramen van ruime trappenhuizen staan wijze quotes verwerkt in de diepe, licht weerspiegelende kleuren. En er stond ook een grote tafel met kleurplaten en krijtjes, waarmee menigeen zich vermaakte.

Terug in de stad verzamelden we mooie plekjes op ons netvlies. Een prachtig standbeeld genaamd The Homecoming: een militair die thuiskomt en zijn dochtertje, dat naar hem toe komt rennen, verwelkomt. Twee bosjes in de vorm van dolfijnen. Mooie pandjes met houten vensters en grote glazen etalages tussen het babyblauwe of donkerrode hout. En volle souvenirwinkels, ietsje leger na onze komst.

Na een simpele maar overheerlijke en vullende lunch bij de McDonalds en een korte shopping spree in het Mayfair Shopping Centre, vervolgden we onze wandelroute naar Bacon Hill Park. Eerst wandelden we helemaal naar het zuidelijke punt van het park, waar het Mile Zero Monument staat. Dit is het westelijkste punt van Canada’s Highway 1, die helemaal tot aan Newfoundland loopt. Enkele meters verder stonden we oog in oog met het helderblauwe water van Salish Sea, en daarachter de Amerikaanse bergen van Olympic National Park. Niet veel verderop begon de Grote Oceaan. En als je die oversteekt, is het eerste land dat je zult zien een compleet andere wereld; de skyline van een Aziatische stad, een cultuur zo fundamenteel anders dan die van het westerse land waarin je je nu bevindt. Het is een uitermate fascinerende gedachte.

Bacon Hill Park is fenomenaal. Overal waar je loopt, springen kleurrijke bloemen in het oog: roze, geel, rood, blauw, oranje en alles daar tussenin. Er staan volle bomen, pierige gevallen, overwoekerende struiken en treurwilgen. Eekhoorns steken overal en nergens de paden over en kijken je brutaal aan terwijl ze over de boomstammen manoeuvreren. Een voorbijganger fietst langs met twee spierwitte hondjes in zijn rieten fietsmand. En alles wat je hoort is eigenlijk niets, op het zachte achtergrondgekwetter van kinderen die drie straten verderop in een zwembadje spelen.

Aan het eind van de middag verlieten we Victoria om het laatste stuk naar Nanaimo te rijden. Wederom een kustplaatsje, waar we slapen in een gezellige Travelodge. We aten vanavond bij Craft Fare, een lokale bierbrouwerij waar ze ook een lekkere menukaart hebben. Toen nog een kort rondje langs de haven en over de kade, waar live muziek werd gespeeld en het gouden avondlicht juist alles in een zachte brand zette. Het was weer een mooie, overweldigende dag.

 

12-07-2023

Het was weer vroeg dag op onze knusse kamers met zachte vloerbedekking in Nanaimo’s Travelodge. Papa en Sannie reden nog snel langs een bakkerij voor wat beroemde Nanaimo Bars, en met een bepakte en bezakte auto reden we daarna naar de ferry docks.

Deze ferry bracht ons van Nanaimo naar Horseshoe Bay, terug op Canadees vasteland. Terwijl we de kust naderden, doemde onder de witte, opkomende zon de skyline van Vancouver op. Grijze paaltjes in een felle witte zee.

Hier startten we onze tocht over de Sea to Sky Highway, vanuit Horseshoe Bay (sea) naar Lillooet (sky, in de bergen). In het gehucht Lions Bay, bestaande uit straten zo steil dat je auto verticaal in de lucht gestoken lijkt als een kaarsje op een verjaardagstaart, stopten we kort bij de General Store, waar de houten schappen slechts schaars gevuld waren met een enkel sixpackje cola en wat chocoladerepen.

Doorstomend naar Squamish, over de slingerende snelweg dwars door de beboste bergen en langs azuurblauwe meren, arriveerden we bij Shannon Falls. Deze waterval begint hoog, zo hoog dat het wel de zon zelf lijkt die haar tranen de vrije loop laat. Zeker als je op dit tijdstip komt, wanneer ze nog precies boven het punt van oorsprong staat. Onderaan is het niets meer dan helder water dat tussen de bruingrijze keien door kabbelt, maar de durfals kunnen de gladde, hoge, ruigere keien beklimmen om zo dichterbij het vallende water te komen. De mistdeeltjes waarin de kracht van het water zichtbaar wordt, dwarrelen als sneeuwvlokjes om je heen.

We maakten een volgende stop in Whistler, in de winter een populair ski-oord. Gewapend met papieren zakjes vol lekkernijen van de McDonalds en Tim Hortons streken we neer op een picknickbank in het sportieve parkje achter de knusse winkelpromenade. Nadat alle burgers, pancakes, salades en wraps verorberd waren, namen we een kijkje in de unieke winkeltjes met dito koopwaar. Van verre komt de geur van de handgemaakte zeep je al tegemoet, evenals de heldere kleuren van de ansichtkaartjes.

Een paar mijl boven Whistler bezochten we Donna, een vrouw uit de kerk van Louise in Zwitserland. Zij en haar man wonen daar nu, maar hebben hun Canadese huis nog steeds. En dat is volkomen begrijpelijk. Niet alleen kijkt het huis uit op de bergen en het lichtblauwe Green Lake, maar het is ook nog eens een waar paleis. Het design is modern en strak, maar toch warm en gezellig door het vele hout dat gebruikt is. Donna vertelde dat ze dit huis hadden laten bouwen van één enorme boomstam die haar man op zee had gevonden - toen we haar naar het huis vroegen, begon ze haar verhaal met ‘my husband found a log’. Ze hebben twee jaar de wereld over gezeild en zijn erg ondernemend. In de enorme keuken met waanzinnig kookeiland, pastelkleurige keukenkastjes, farmhouse wasbak en meer aardigheden kregen we ijskoud water in grote glazen. De jongens ontdekten de gym en de bar op de onderverdieping en Donna liet ons het kantoor zien, te bereiken door een passage in de houten muur die haast niet opvalt; de deur valt helemaal weg in het patroon van de houten wand.

En wat doet ze in Zwitserland als je hier zo’n mooi plekje hebt met al je vrienden om je heen? In de huizen die we onderweg naar boven (ze wonen hoog) gepasseerd waren, wonen namelijk veel kennissen; haar man had de chalets ontwikkeld en verkocht. Maar Donna ervaart duidelijk een roeping door God, en vertrouwt erop dat ze ook daar in Zwitserland met een reden is gebracht. Alleen al met de kerk is ze heel blij; in Whistler was het ‘hard to be a Christian.’

We reden weer verder, nu naar de Joffre Lakes. Vanwege het weer, de tijd en de dreiging van beren bezochten we alleen het eerste meer. Prachtig helder water begroette ons met op de achtergrond de enorme gletsjers in de bergen. Een Japans meisje speelde aan de oever op een ukelele en zong hoog en zacht mee met de tokkelende tonen. Het was alsof het bij de kabbeling van het water hoorde.

We hebben nog steeds geen beren gezien. Geen levende, althans. Vandaag lag er langs de weg een dood babybeertje. :(

Hoe verder we Highway 99 opreden richting het noorden, hoe verlatener de wereld werd en hoe ruiger het landschap. Soms werd het asfalt onderbroken door een houten brug over de razende bergstroompjes. Soms werden we getrakteerd op een vergezicht, waarin we de weg die voor ons lag zagen slingeren en kronkelen als een slang. Zo golvend dat het net een zacht fluwelen lintje leek, over de aardbol gelegd in een sierlijke vorm die het asfalt zacht deed lijken.

Vannacht slapen we in Lillooet, een klein dorp middenin native gebied. Er is een hoofdstraat met een restaurant, een supermarkt, een paar winkeltjes en een hotel. Kaal en leeg en rustig, maar juist daarom zo charmant. Het lijkt alsof je je in een western uithoek van het land bevindt. Wie rust wil, kome hier; het enige geluid wat je rust zal verstoren is de zwaarbeladen truck die zo nu en dan voorbij komt rijden.

De kamers in Hotel Deoro zijn ruim en knus. Bij het inchecken kregen we kortingsbonnen voor het restaurant hier in de straat en daar hebben we dan ook lekker gegeten. Bij buitenkomst keken we nog even naar het drietal herten dat zich tegoed deed aan een grasveldje.

 

13-07-2023

Misschien zijn het juist wel deze momenten die ik het leukst vind. We slapen altijd verdeeld over twee kamers, maar ‘s ochtends vinden we altijd onze weg naar één van de twee, waar we dan met z’n allen zitten, klaarmaken en inpakken. ‘s Avonds is dit trouwens ook het geval. Dan hebben we met elkaar een schrijfuurtje en houden we onze Polarsteps bij en zoeken we foto’s uit.

We hadden in de gemeenschappelijke keuken wat brood geroosterd, maar reden ook nog langs een rustige Tim Hortons-vestiging voor een zakje donuts en croissants. Daarmee lieten we Lillooet achter ons en reden we de bergen in. Van bovenaf zagen we hoe de huisjes over de vallei en flanken verspreid lagen als knikkers op een stoep. Met de bochten wisselden de vergezichten zich af: frisgroene vlaktes, dorre gele heuvels en dat allemaal tussen de grijze en door de schaarse bomen soms donkergroene bergen in. Op één van de toppen zat een grote, zwarte kraai met een enorme snavel. Langs de weg liep opeens een lichtbruin hertje. Een geel bordje waarschuwde voor tractors en vee op de weg. We stopten op een hoger gelegen punt boven een lichtblauwe, troebele waterstroom, tussen zanderige bergtoppen besprenkeld met donkergroene puntige bomen. Hier zie je pas hoe klein jij bent en hoe groot de wereld is.

Even verderop kwamen we bij Hat Creek Ranch. Dit openluchtmuseum vol met British Columbia’s historie kostte wat ons betreft net wat teveel duiten om de portemonnee voor te trekken, maar de huifkar, het gift center in het houten huis met veranda en de postkoets met paarden waren gratis te bewonderen.

We vervolgden onze route. De kleine dorpjes verdwenen weer in het hoge gras en in de woeste rotsen op de bergwanden. We passeerden een joekel van een goederentrein, die parallel aan de autoweg tuffend naar het oosten reisden. Toen we enkele meters waren gestegen, zagen we de trein opeens ver beneden ons in volle lengte langs een groot blauw meer bewegen. Hij was zo lang dat we de containers drie bochten in de verte nog zagen rijden. Een kleurrijke stoet rechthoekjes, zich langzaam voortbewegend met behulp van vier rode locomotieven waar in witte letters Canadian Pacific Railway op gedrukt stond. Het hoogtepunt van menselijke wijsheid. Als niemand ooit had bedacht om een wiel, een zo eenvoudige ronde vorm, te gebruiken, waren we nooit ver gekomen, aldus papa.

Even verderop reden we langs een klein boerderijtje, dan weer een verzakte cabin op wiens terrein roestige pick-up trucks, vergeelde plastic speeltoestellen en een open garage vol met rommelig opgesteld gereedschap stonden. Weer ergens anders zagen we een enorme junkyard vol oude scheepsonderdelen, vaalblauw en lichtrood, het licht veroorzaakt door de zon en het rood door wat ooit mooie, nieuwe, verse en naar pittige, prikkelende kruiden ruikende verf moet zijn geweest.

Het was geen lange etappe vandaag. Net na de middag stonden we, met nog een kwartier te gaan, op de uitkijk boven Kamloops Lake. Weer reed in de verte en een stuk lager dezelfde trein ogenschijnlijk rustig en langzaam over de slingerende rails langs de oever. Alles was hier stoffig en droog maar toch groen en vruchtbaar. In de lucht hingen een mistige warmte, terwijl de zon alles fel verlichtte. Een vreemde maar mooie combinatie.

Mooi op tijd arriveerden we in Kamloops. We stapten de lokale Denny’s binnen voor een late maar goed vullende lunch. Na nog een korte shopping spree in de Aberdeen Mall checkten we in bij de Holiday Inn en zodra de koffers op de kamers stonden, haastten we ons naar het zwembad; iets waar vooral de jongens al de hele dag met bijna 30 graden naar verlangden.

De lunch was uitgebreid en dus hielden we het vanavond op een klein hapje bij de Dairy Queen. Daarna wandelden mama, papa en ik nog door het Riverside Park in Kamloops, pal aan de Thompson River. Het begon juist te schemeren en overal sprongen langzaam maar zeker lampjes aan, tot ze niet meer de uitzondering maar de regel vormden en het enige herkenningspunt in het donker waren. De bergen werden strak weerspiegeld in het gladde water van de rivier en overal stonden rozen, zonnebloemen en andere kleurrijke bloemetjes in bloei. En nu weer op onze hotelkamer met airco en lekkere bedjes, dat is ook geen straf.

 

14-07-2023

Mijn dag begon al vroeg, want om 00:30 zat ik klaar om tot 03:30 een vergadering te notuleren via de iPad. Gelukkig kon ik daarna nog een paar uur slaap pakken en het uitgebreide ontbijt was absoluut iets om rond 07:30 voor uit bed te komen!

Een paar honderd kilometer bij Kamloops vandaan woedden bosbranden en ook in deze omgeving staan alle signs op rood - extreme danger. We bevonden onszelf daardoor in een gelige wereld, waar overal smog en stof leek te hangen waar de zon weliswaar niet doorheen kon breken, maar wel een gele glans aan gaf.

We zetten koers naar het noorden. Onderweg deden we een kleine farmers market aan, maar deze was qua grootte en aanbod niet te vergelijken met de exemplaren die we eerder bezocht hebben. We passeerden kleine boerderijen, ranches, houten schuurtjes en veel timber stores, die in zulke bosrijke gebieden natuurlijk veel te vinden zijn. Ergens hing een grote crèmekleurige hangmat tussen twee dikke bomen.

We kwamen mooi op tijd aan in Clearwater. Daar kochten we eerst wat flesjes water, brood en koekjes in de supermarkt. De paprika’s, sla en andere groenten stonden er prachtig uitgestald in de koeling en bezaten schitterende felle kleuren, waardoor ze nog smakelijker leken.

We bezochten vanmiddag een drietal watervallen: Spahats Creek Falls, Dawson Falls en Helmcken Falls. De een nog mooier, ruiger en krachtiger dan de ander. Het water raast van grote hoogte naar beneden, onderweg uiteenspattend in nevel die terechtkomt in de grot, de poel of de rivier die het eindpunt van de val vormt. De uitzichtpunten bereik je door zachte paden door de bossage, omringd door hoge bomen, gevallen stammen, mos, plantjes en beestjes. Ook in dit gebied woont een handvol mensen. We zagen een brievenbusje in de vorm van een koetje, houten hutjes, zwartmetalen ranchpoorten met de contouren van beren in de frames.

Via een spannend grind/off-road weggetje van ruim dertig kilometer arriveerden we uiteindelijk bij Clearwater Lake. Hier hing de rokerige smog nog intenser als een wazige vitrage over de bossen aan de overkant van het heldere water. We genoten even van het uitzicht en van het geluid van het in de verte neerstortende water, en stapten moe en voldaan in de auto, terug naar Clearwater-stad.

P.s. we vonden onze auto al groot, maar er is altijd nog baas boven baas.

We slapen vannacht in een mooi en ogenschijnlijk gloednieuw hotel. Na alle spullen te hebben gedropt - en nadat mama en papa nog even naar de supermarkt waren gelopen om geld terug te vragen voor een twee keer aangeslagen product - reden we naar een lokaal restaurant hier niet ver vandaan. Aan het zogenaamde Dutch Lake en bijbehorende camping staat The Painted Turtle, een restaurantje pal aan de oevers van het heldere water van het meer, vol met waterplanten en -lelies. Zo nu en dan zwom er een vrolijke en parmantige familie eenden voorbij, om beurten hun kopjes knikkend richting het water. Een paar campingkinderen speelden met een goudgele Retriever: hij sprong steeds zijn speeltje achterna, het meer in, om het daarna druipend voor de voeten van zijn baasjes te leggen.

Het eten was niet alleen verrukkelijk, maar ook mooi; dat maakt het eigenlijk extra lekker. We hadden de grootste lol om de kleinste dingen en lagen regelmatig gierend van het lachen op tafel. De plastic COVID-schermpjes waren nog in place tussen de tafels; best fijn, want wij hysterische Nederlanders hadden anders vast een hoop extra aandacht getrokken ;)

Op de terugweg haalden we nog een toetje bij de Dairy Queen. Chauffeur mama werd aan alle kanten uitbundig geassisteerd bij het rijden - een stopbord, mama, STOP! -, een kleine kleuter reed ergens in een zijstraat op een kinderquad, en Lisanne riep verrukt ‘Meal prep?!’ toen ze één van haar grote interesses op één van de houten reclameborden langs de weg zag staan.

De blizzards waren zo snel weg als de naam doet vermoeden; razendsnel. In dezelfde gele wereld als vanochtend keerden we terug naar het hotel, met een feloranje avondzon achter de smog. En mama draaide een wasje - met het contante geld dat ze in de supermarkt had teruggekregen voor de teveel betaalde flesjes water.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.