30-04-2024: De koffers stonden ingepakt klaar bij de hotelconciërge toen we vanmorgen werden opgehaald voor onze Abu Dhabi-dagtour. In een zwart tourbusje met zes andere toeristen en een enigszins moody chauffeur/gids reden we in anderhalf uur naar de zuidelijker gelegen hoofdstad van de V.A.E. De airco werkte helaas niet goed, dus bij aankomst dreven we de bus uit 😅
De eerste stop was de spierwitte Sheikh Zayed Grand Mosque. Nog geen 20 jaar oud en dus totaal anders dan de historische moskeeën die je wellicht wel eens gezien hebt in andere oosterse landen. Het exterieur is volledig opgetrokken uit wit marmer en de muren, vloeren en pilaren zijn kunstig bewerkt met weelderige, kleurrijke bloemen. De 82 koepels lagen als smetteloze witte balletjes van verschillende formaten op de daken van het jonge gebouw. Er zit een roltrap in en de ogenschijnlijk antieke deuren met glas-in-loodwerk en houten kozijnen schuiven automatisch open. Als gebouw mist het wat autoriteit, ondanks haar schoonheid. Er ontbreekt een ver teruggaand verhaal. De zuilen, koepels, mozaïeken en tapijten willen de indruk wekken al jaren mee te gaan en al veel gezien te hebben. In werkelijkheid zijn ze jonger dan de meeste mensen op aarde.
Vrouwen mogen alleen naar binnen met volledige bedekking, dus tot op de enkels en de hele arm. Schouders en knieën zijn niet voldoende, zoals dat op veel andere religieuze plaatsen wel het geval is. Mannen moeten ook een lange broek dragen. Houd hier rekening mee voor je gaat; anders moet je voor omgerekend €11 een abaya kopen ter bedekking. Niet het grootste bedrag, maar toch een lichte vorm van uitmelking.
Eenmaal terug in de bus reden we naar de Corniche. Hier keken we uit over het lichtblauwe water rondom het eiland dat Abu Dhabi eigenlijk is, en daarachter de skyline. De wind was heet, de zon nog heter, en de schaduw van de paar boompjes boven blauwe bankjes des te lekkerder.
Next up was Heritage Village. Hier maak je kennis met de leefwijze van vroeger binnen de Emiraten. Er worden tapijten, zwaarden, boten en kleding gemaakt in koele hutjes met zandstenen muren. En op het aangrenzende witgele strand vind je verkoeling in de warme wind terwijl je oog in oog staat met de skyscrapers van Abu Dhabi.
We werden naar de Marina Mall gebracht om te lunchen. Het was heerlijk om even in een echt goed gekoelde omgeving te zijn; je komt dan weer even tot jezelf. En het veilige, zoute, makkelijk gekozen maaltje bij een McDonalds smaakte ook best.
Het volgende onderdeel op de planning heette Al Miraj Art Center. Je denkt dan aan een klein museum waar je verschillende soorten kunst kan zien. Tot op zekere hoogte was dat het ook, maar na een korte uitleg over een antieke tafel van kamelenbotten en een handgeknoopt schilderij ging de rondleiding over in een verkooppitch: tapijten met ‘de eerste ontwerpen ter wereld’ namelijk de boom des levens, ‘unieke’ horloges, meer tapijten, schilderijen. Als je een chique tapijt vol edelstenen wilt verkopen voor ‘best price’ $5000, is een groep toeristen die zevenendertig euro betaalde voor een dagtour Abu Dhabi niet je meest veelbelovende publiek. Dus helaas voor deze man, die ons theatraal liet zien hoe de paarden op het tapijt van looprichting veranderden wanneer je erlangs liep en geambieerd de krachten van stenen en symboliek van dieren uitlegde - ‘peacock! For good luck for young couples’ - werden er geen verkoopdeals gemaakt.
Bij een volgende fotostop keken we uit op het Emirates Palace en het paleis van de koning, beiden enorme complexen vol koepels als kronen, gehuld in een heiige, hete gloed. Daarna reden we naar de Abu Dhabi Dates Market, waar Roel een halve kilo kaneelstokjes kocht voor €7 en de plastic vitrines en bakken vol lagen met noten, gedroogd fruit en natuurlijk allerlei variaties dadels in rieten manden en op grote aluminium schalen.
De laatste stop was Ferrari World nabij het Yas Marina F1 Circuit. We slenterden door de Ferrari gift shops in het bizarre driearmige gebouw, bekeken de uitgebreide merchandise en baalden enigszins dat de toegang tot het attractiepark zelf niet inbegrepen was - misleidende info vanuit de tourvoorwaarden. Desondanks was het leuk om dit te zien en er even aan te snuffelen. De beroemde achtbaan, die met vier seconden op 240 km zit, was overigens toch gesloten voor onderhoud.
Tijdens de terugweg werd het langzaam donker. Met anderhalf uur reden we het drukkere Dubai weer in, met de hele lange reclameborden langs de weg. ‘Life is better with money’, was er op één van hen te lezen. Een uitspraak met vele levels. Geld brengt mogelijkheden en je hebt het nodig om te leven, als het even kan zelfs een beetje comfortabel. Daar zijn we het allemaal over eens; niemand zal zeggen dat een gezin dat moet kiezen tussen groente of toiletpapier het financieel beter voor elkaar heeft dan een gezin dat beiden kan betalen. Toch is het ook weer geen open deur: geld is macht, en wie er het meest van heeft, deelt over het algemeen de lakens uit. De hoogste bieder organiseert een F1-race, het WK, wat dan ook, waarbij de omstandigheden van de minder goed bedeelde groepen in het land in kwestie er niet toe doen. Macht in handen van de juiste mensen is kan heel veel goed doen; in handen van de verkeerde mensen is het desastreus. Als er één land is waar de connectie tussen geld en macht zichtbaar wordt, is het de Emiraten. Als er één stad is waar geld tastbaar wordt tot in het extreme, grenzeloze en haast beschamende, is het Dubai.
De avond brachten we door Global Village, een theme park zoals alleen Dubai dat kan. Negentig culturen verenigd in marktjes, winkeltjes, nagebouwde nationale monumenten en kermisattracties. We aten er op een Libanees rooftop terras, terwijl we keken naar het optreden van een westerse dansgroep op het megapodium, omringd door 'Africa, Russia & Europe'. Voor slechts zes euro per persoon mag je hier naar binnen en het is al je geld waard! Eind van de middag gaat het park open en tot middernacht loopt hier heel lokaal Dubai rond in lange gewaden en met karretjes vol merchandise voor hun kinderschare. Langs de Indiase Jawa Mahal, een replica van de Eiffeltoren en het Colosseum, en talloze food carts met Nederlandse, Iraanse en Chinese snacks. Het is surreëel.
De attracties - een free fall, een draaimolen, een reuzenrad en meer - zijn te betreden tegen een kleine fee. Wij kozen met elkaar voor het reuzenrad, die ons hoog boven het park bracht zodat we de mengelmoes van neonkleuren in het donker van de woestijnnacht konden zien. Een wereld in een wereld: warmgeel licht komt je tegemoet vanuit de promenades langs Oman, Pakistan en Saoedi-Arabië, paars en groen vanuit het kermisgedeelte met kraampjes waar je kunt schieten voor grote teddyberen. Daarna kozen vier van ons nog voor een ritje in de hoge draaimolen: metershoog cirkelen boven de lichtjeszee, met heel in de verte de top van de Burj Khalifa.
Met de taxi reden we terug naar het hotel in de stad, om onze koffers op te halen. Weer stond daar de Burj Khalifa als baken van herkenning hoog boven al het andere dat we deze dagen hadden gezien. 'Dit zien we nooit meer voor het eerst,' zuchtte Peter. Apart is dat. Nooit meer voor het eerst deze ervaring, deze thrill, deze verrassing. Maar het is oké; nu is het tijd om nieuwe eerste keren mee te maken.
Omdat de vlucht om 6:30 zou vertrekken en we een extra hotelnacht dus zonde van het geld vonden, trokken we er net na middernacht naartoe om de tijd te te doden. Er kon pas worden ingecheckt om 3:30, dus we brachten de eerste uren door op de grond/aan een tafeltje in de rustige food court. Slapend op stoelen of op de grond was het toch wel echt de zwerver experience. Af en toe werd er een drankje of snackje gehaald bij de McDonalds naast ons, en telefoons werden opgeladen in een rustige gang met veel stopcontacten.
Zo ging de tijd eigenlijk best snel. We gingen naar de incheckbalie, verkregen vlot onze boarding passes en ook de security ging lekker snel. Op naar de lounge dus, waar een heerlijk ontbijtbuffet klaarstond.
De eerste vlucht van tweeënhalf uur naar Amman vloog voorbij. Bij het opstijgen had ik echt prachtig zicht op Downtown Dubai, met de Burj Khalifa die er als blikvanger bovenuit stak.
We brachten de tijd veelal slapend door. Maar tijdens het dalen was er veel moois te zien uit het raam, woestijn, droge dorpjes, en een nieuw land: Jordanië, al zouden we er verder niets van zien.
Ook op Amman was een fijne lounge waar we het korte halfuurtje tot de volgende vlucht comfortabel overbrugden. Tegen 9:50 gingen we aan boord van de Embraer van Royal Jordanian; zo’n fijn toestel! Twee aan twee, veel beenruimte en comfortable stoelen. Zo wil ik wel vaker vliegen.
We stegen op vanaf Amman en vlogen dwars over de Dode Zee, de Westelijke Jordaanoever, Ramallah, en even later Israël en Tel Aviv aan de Israëlische kustlijn. Daarna gingen de oogjes snel dicht, want na een nachtje doorhalen vocht iedereen zich deze vlucht een beetje door 😄
Het was warm in het toestel, maar verder was het echt super comfortabel. Voor we het wisten, zetten we de daling naar Amsterdam al in.
En nu zijn we onderweg naar Zwijndrecht met de trein. Met koffers vol zweterige kleding - de hitte gaan we niet erg missen - en een hart vol herinneringen ♥️
Reactie plaatsen
Reacties