Mijn broertjes lijken op mij, en dat vind ik geweldig. Altijd nieuwe reisplannen maken, ook al staat er voor de komende maanden al van alles gepland. Altijd zoeken naar wat er nog meer kan. Een auto, een zus die kan rijden en drie dagen vrij: we kwamen uit op een mini roadtripje naar Normandië.
Op maandagochtend vertrokken we om 05:00 met de Citroën richting het zuiden. De vroege ochtendhemel kwam juist in brand te staan en vloog met ons mee, over de Belgische grens en langs Antwerpen. De kilometers raasden onder ons door, terwijl Peter en Maurits afwisselend sliepen, de muziek op de box bedienden of spelletjes speelden.
Het was nog maar 11:00 toen we aankwamen bij onze eerste stop: het beroemde Étretat. Een stuk kustlijn met kunstige, witgekleurde rotsformaties aan de rand van een typisch vissersdorp. We beklommen de trappen naar de top van de kliffen en genoten van het machtige uitzicht die de combinatie wind, water en rots ons bood. Ongelofelijk wat de natuur allemaal omvat, en waar je met zo'n zes uur rijden al kunt staan.
Het dorp zelf is schattig en knus en overal ruik je het zout van de zee en van de frites en mosselen die overal geserveerd worden. De huizen en hun luiken en balken zijn kleurrijk en schijnen nog feller onder een blauwe hemel. Dat was net even anders in Honfleur, het bekende kustplaatsje wat we daarna bereikten. Net als in Étretat heerst hier een ultieme zee- en visserssfeer, met alle houten huizen, blauwtinten en de grote hoeveelheid meeuwen, maar de kleuren zijn doffer en grauwer. Desalniettemin is Honfleur ook heel bijzonder en zeker een aanrader.
Die nacht sliepen we in een motel nabij Caen, nog wat verder naar het zuiden. Je kunt dit soort reisjes zo goedkoop houden als je zelf wilt, en voor dit motel betaalden we per persoon slechts 12 euro. Rij met een zuinige auto en houd rekening met de Franse tol (hadden wij niet gedaan, dus we kwamen wat dat betreft van een koude kermis thuis) en je hebt honderdduizend ervaringen voor een koopje. We aten bij de KFC; lekker, enigszins ongezond, maar wel redelijk goedkoop en een feestje voor pubers.
De volgende dag reden we vanaf Caen in anderhalf uur naar de Normandische D-Daystranden. We hadden gekozen voor Utah Beach, en vanwege ons vroege vertrek kwamen we daar als één van de eersten die dag aan. Het strand en het museum waren nagenoeg leeg. Het geeft een onbeschrijfelijk gevoel wanneer je over het zand loopt waar al die jaren geleden mensen hun leven gaven voor mijn vrijheid. De horizon, nu vredig en leeg, vol met boten, geschreeuw, geroep en oorlog. Hun vastberaden voetstappen in het zand waar ik nu overheen slenter, stil van de geschiedenis.
We bekeken de monumenten, de beelden, de replica's van de boten en soldaten, lazen de namen en zagen de vlaggen wapperen. Het museum ging juist open, dus ook dat bezochten we. Er is van alles te zien, zoals landkaarten, brieven, uniformen en nog veel meer. Ook echt een aanrader.
Hierna stapten we weer in de auto, onderweg naar één van de absolute hoogtepunten van onze reis: Mont-Saint-Michel. Het dichtstbijzijnde wat je met de auto kunt komen, is een reuzeparkeerplaats op een paar kilometer van het kasteel. De rest moet dus gelopen worden. Ik denk dat wij er dik een halfuur over gedaan hebben. Note to self: ga volgende keer eerder op de dag, en niet in het hoogseizoen. Want alle mensen, dit waren me een hoop mensen. Toen we eindelijk het eiland hadden bereikt en ons in de middeleeuwse straatjes van de burcht begaven, zagen we ons genoodzaakt het na een paar tientallen meters op te geven. Je kon over de hoofden lopen, en de straten werden verderop alleen maar smaller. Dat was erg jammer, want het stadje zag er echt fantastisch uit!
Terug buiten, bij de burchtmuren, was het gelukkig eb en geen vloed. We konden dus teruglopen via de natuur in plaats van via de geasfalteerde (en vooral drukke) brug. De weg ging over een opgedroogde rivierbodem met overal kieren en gaten van de droogte, hoge graslanden die normaal onder water staan, en verraderlijke blubberbaden. Maar we bereikten aan het eind weer de normale weg, veilig en wel. Leven vanuit de auto heeft als voordeel dat je je gemakkelijk kunt omkleden of schoon kunt maken na een val in de blubber.
Die avond sliepen we in Rouen, alweer wat verder terug naar het noorden. Eerlijk is eerlijk, ik heb nog nooit zo'n smerig hotel/motel meegemaakt. De vloeren plakten, de lakens waren niet schoon, de toiletten waren niets meer dan zelden schoongemaakte bouwdepot cabines en de douches heb ik maar niet geprobeerd. Ook de jongens waren hier niet zo enthousiast over en we besloten alvast dat we de volgende ochtend vroeg zouden vertrekken. Dit is ook wat er een beetje bij hoort wanneer je budget reist; en voor een volgende keer weet je dat het ook anders kan.
Maar voor nu gingen we gezellig Rouen in. Wat een super leuke, mooie en levendige stad! Ontzettend kleurrijk, bijna een beetje Elzas-vibes, mooie kerken en gebouwen, een fijne sfeer. We aten pizza op een groot plein en verkenden daarna de gezellige straatjes en de architecturale schatjes.
Zoals afgesproken vertrokken we de volgende ochtend al vroeg. Het eerste te rijden stuk was dan ook gelijk het langste: we waren onderweg naar Brussel. De eerste paar uur waren de wegen nog heerlijk rustig en de net opkomende zon verlichtte de wereld om ons heen met een haast wit licht. Nabij België werden de wegen drukker, en we waren blij toen we de auto eindelijk parkeerden bij het Atomium. Mensen vinden het Atomium vaak een overrated tourist attraction, maar ik blijf het altijd bijzonder en speciaal vinden, hoe vaak ik het ook zie. Het is en blijft een indrukwekkend bouwwerk. De jongens hadden het nog nooit gezien en vonden het gaaf om te zien. Maar wat ze nog leuker vonden, waren de Lime-stepjes die we in de buurt zagen staan. Omdat het nog best een eindje lopen was naar het centrum van Brussel, besloten we voor een stepje te gaan en daarmee richting een wat meer centraal metrostation te rijden. Het is een heerlijk gevoel om op zo'n stepje door de straten te racen, denkend aan al die stappen die je niet hoeft te zetten en al die prachtige huizen die aan je voorbijgaan. Brussel is een mooie stad en het is geweldig om het ook eens op een wat sneller tempo te zien.
We bezochten de fenomenale Grote Markt, de enigszins overrated maar wel grappige Mannenken Pis en natuurlijk het Europees Parlement, mijn werkplek. Onderweg daarnaartoe bekeken we ook het Koninklijk Paleis, rustige parkjes en statige pleintjes. Het was warm en we waren moe: tijd voor de laatste etappe van anderhalf uur naar huis.
Wat is het leuk om samen dit soort avonturen te beleven!
Reactie plaatsen
Reacties